Castraten: Hun Oorsprong, Glorie en Ondergang
Beschrijving
De zangstem van de castraat heeft, naar de mening van zijn tijdgenoten, fraai geklonken of, afgaand op de kritiek van sommigen, bijzonder lelijk. Hoe deze stem geklonken heeft, zal altijd geheim blijven. De enige opname die er in 1904 van Alessandro Moreschi gemaakt is, een directeur-zanger van de Sixtijnse kapel, kan nauwelijks een afspiegeling zijn van de zo geroemde castratenkunst.
Wanneer, waar en waarom is er gecastreerd? Wanneer is men ertoe gekomen, dat éne - waarschijnlijk laat ontdekte - bijzondere effect van de castratie, namelijk de hoog gebleven stem, te slijpen tot een muziekinstrument? Hoe stonden tenslotte de laatste castraten die in de negentiende eeuw nog zongen, in de operawereld die niet meer de hunne was?
Dit essay over eunuchen en castraten is samengesteld uit bestaande teksten vanaf het begin van de zeventiende eeuw. Het tracht toegang te verschaffen tot het wezen van de vroeg gecastreerde mensen, vanaf de eerste berichten over de kwaliteit van hun zingen tot aan de zangstem van de laatste castraten, die tot aan het einde van hun functioneren het glorieuze middelpunt zijn geweest van het genre ‘opera'.
Ank Reinders heeft meer dan 25 jaar geconcerteerd en gedoceerd in Europa en Noord Amerika. Zij was medeoprichtster en tien jaar lang vicevoorzitster van de Nederlandse vereniging van Zangleraren en draagt het erelidmaatschap van deze organisatie zowel als van de EVTA, van de Nederlandse Stemstichting en van Austrian Voice. Van haar hand verscheen ook de Atlas van de zangkunst.
- Winkel Antwerpen : Beschikbaar