Prisma Encyclopedie der Muziek - Deel 2
Beschrijving
De muziek is zo oud als de mensheid. Al is onze kennis van de wereld der tonen vóór de middeleeuwen schaars, wij weten dat er muziek was. Al was het, naar Von Bülows woord, in het begin enkel ritme in alles wat de primitieve mens tot klinken kon brengen : kleppers, rietfluit en tamtam. Wat de mens in het grijs verleden al gewild heeft, dat zet zich voort door heel de beschavingsgeschiedenis heen als een hartstochtelijk pogen van van het schepsel om zich van de wereld meester te maken door het Universum te laten klinken. Zoals in Beethovens 7de Symfonie door het gespannen ritme op de klank der tonen het Alles in beweging schijnt te komen. Welk een ontplooing van mogelijkheden in het tokkelen, strijken en slaan der snaren op violen, luiten en klavieren in al de vormen en variaties. De vindingrijkheid van de mens heeft nimmer stilgestaan en is ook in het heden allerminst tot stilstand gekomen, nu ook elektronische instrumenten een nieuw gebied voor de toonkunst lijken te ontsluiten. Welk een grootse vlucht van vondsten en invallen, maar niet minder van toegewijde levensarbeid duiden wij aan, wanneer wij spreken van eenstemmigheid en meerstemmigheid, van homofonie en polyfonie, van tonaliteit en pluritonaliteit ... een grootse ontwikkeling, waarvan deze encyclopedie een niet klinkend, maar toch veelzeggend getuigenis geeft.